-
1 zich verplicht voelen om
zich verplicht voelen omse sentir obligé de 〈+ onbepaalde wijs〉 -
2 zich verplicht voelen om
zich verplicht voelen omVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich verplicht voelen om
-
3 zich zedelijk tot iets verplicht voelen
zich zedelijk tot iets verplicht voelense sentir moralement obligé de faire qc.Deens-Russisch woordenboek > zich zedelijk tot iets verplicht voelen
-
4 verplicht
♦voorbeelden:ergens toe verplicht zijn • être tenu à qc.iets aan iemand verplicht zijn • devoir qc. à qn. -
5 verplicht
♦voorbeelden:1 verplichte militaire dienst • conscription, Adraftzich verplicht voelen om • feel compelled tomoreel verplicht • morally obliged, obligatedverplicht verzekerd zijn • be compulsorily insurediets verplicht stellen • make something compulsorywettelijk verplicht zijn • be a statutory requirement, be legally bound -
6 croire
croire [krwaar]1 geloven♦voorbeelden:croire à qc. • aan, in iets gelovencroire à la guerre • denken dat er oorlog komtc'est à ne pas y croire • men zou het niet voor mogelijk houdencroire en qn. • in iemand gelovencroire en soi • zelfvertrouwen hebbenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 geloven2 denken ⇒ menen, houden voor♦voorbeelden:faire croire qc. à qn. • iemand iets wijs makenà l'en croire • als men hem geloven magcroyez-en mon expérience • vertrouwt u op mijn ervaringme croira qui voudra • hoe ongelofelijk het ook klinktil ne croit pas si bien dire • hij weet niet hoe waar zijn woorden zijncroire bien faire • denken er goed aan te doenvous ne sauriez croire à quel point j'ai été touché • u kunt zich niet voorstellen hoe getroffen ik wasà ce que je crois • naar mijn mening1 denken ⇒ menen, zich verbeelden♦voorbeelden:il se croit qc. • hij heeft heel wat verbeeldingqu'est-ce qu'il se croit, celui-là? • wat denkt hij wel?, wie denkt hij wel dat hij is?il se croit en sécurité • hij waant zich veilig, denkt dat hij veilig is1. v1) geloven2) denken, menen2. se croirevzich achten, zich wanen -
7 moeten
moeten1〈 het〉♦voorbeelden:————————moeten2I 〈 hulpwerkwoord〉2 [verplicht zijn, zich verplicht voelen] must ⇒ have to, 〈 voorwaardelijke wijs, of milder〉 should, 〈 voorwaardelijke wijs, of milder〉 ought to♦voorbeelden:1 wat moet ik beginnen zonder jou? • what would I do without you?ik moet er niet aan denken wat het kost • I hate to think what it costsmoeten jullie niet eten? • don't you want to eat?wie moest jij hebben? • who did you want (to see/to speak to)?ik moet er niets van hebben • I don't want to know/to have anything to do with itdat moet ik nog zien • I'll have to seehij moest en zou het hebben • he had to have it〈 informeel〉 wat moet je? • what do you want?〈 informeel〉 wat moet dat? • what's all this about?wat moeten jullie hier? • what are you doing here?wat moest hij van jou? • what did he want from/with you?wat moet dat speelgoed hier? • what are those toys doing here?en toen moest hij zo nodig een vreselijk dure auto kopen • and then he had to go and buy this amazingly expensive carhet huis moet nodig eens geschilderd worden • the house wants re-painting2 ik moet zeggen, dat … • I must say/have to say that …of het moest zijn … • unless it be …moet u nog ver (gaan)? • have you still got a long way to go?3 dat moet je nog eens doen (als je durft)! • do that again (if you dare)!dat moet gezegd (worden) • it has to be saidmoet je eens horen • listen (to this)moet kunnen! • no problem!ik moest dat maar vergeten • I had better/best forget itde trein moet om vier uur vertrekken • the train is due to leave at four o'clockje moest eens weten … • if only you knew …dat moet jij (zelf) weten • it's up to youhet moet al heel slecht weer zijn, wil hij thuis blijven • the weather's got to be pretty bad for him to stay homeje moet vrouw zijn om zoiets te doen • it takes a woman to do something like thatik moet morgen in Utrecht zijn • I'm due in/have (got) to be in Utrecht tomorrowik moet (zo) nodig • I've got to go!hoe moeten we nu verder? • where do we go from here?moet je nu al weg/ervandoor? • are you off already?zo moet (je) het niet (doen) • that's not the way to do ithet is gedaan zoals het moet • it has been done properly/as it shouldals het moet, dan … • if it can't be avoided, then …ze moet er nodig eens uit • she needs a day outik moest wel lachen • I couldn't help laughinghet heeft zo moeten zijn • it had to be/happen (like that)als het moet • if it mustwat moet, dat moet • what must be must bewaar moet dat heen (met die drugs)? • what's the world coming to (with these drugs)?aan een bril moeten • need glassesdat schilderij moet de koningin voorstellen • that painting's supposed to represent the Queenze moet erg rijk zijn • she is said to be very richwat moet dat voorstellen? • what's that supposed to be?1 [mogen, believen] like♦voorbeelden: -
8 feel obligated to do something
-
9 obligate
-
10 se croire obligé de
se croire obligé de -
11 schuldig
1 [verplicht te voldoen] redevable2 [schuld hebbend] coupable♦voorbeelden:1 hoeveel ben ik u schuldig? • combien vous dois-je?het antwoord op een vraag schuldig blijven • 〈 niet weten〉 ne savoir que répondre; 〈 niets zeggen〉 rester sans réponseiemand geld schuldig zijn • devoir de l'argent à qn.een schuldige • un(e) coupablezich schuldig voelen • se sentir coupablezich aan iets schuldig maken • se rendre coupable de qc. -
12 constrain
-
13 feel constrained to do something
-
14 zedelijk
♦voorbeelden:een zedelijk leven leiden • mener une vie vertueusehet zedelijk verval • la décadence des moeurszich zedelijk tot iets verplicht voelen • se sentir moralement obligé de faire qc. -
15 verbonden
1 [verplicht] tenu (à)3 [met verband omzwachteld] pansé4 [gebonden] uni♦voorbeelden:1 tot iets verbonden zijn • être astreint à qc.de voorrechten aan de ouderdom verbonden • les privilèges que confère l'âgede aan deze functie verbonden voordelen • les avantages attachés à cette situationdoor het huwelijk verbonden • unis par les liens du mariagezich met iemand verbonden voelen • se sentir uni avec qn. -
16 verbonden
4 [gebonden] joined (to), united (with) ⇒ bound/wedded (to) 〈 bijvoorbeeld aan beroep〉♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский